7 den 10 December 1887. ƒ6000, zonder daarbij specificatie te geven waarvoor die som zal worden gebezigd. Ofschoon vele leden dit inet den heer Marynen eens zijn achten zij het niet wenschelijk door liet afstemmen van dezen post stagnatie in de begrooting te brengen. Waarom de heer Rombouts voorstelt dien post te be houden, en voor het vei volg eene gespecificeerde nota van den gemeente-architect van dezen post zal worden ver langd, wijzende op Nijmegen, alwaar dit punt in de be grooting duidelijk wordt aangegeven. De heer Pels Rijcken, dit voorstel mede ondersteunende, vraagt de voorzitter ol de raad zich daarmede kan vereenigen. Hetwelk met algemeene stemmen wordt aange nomen. Een voorstel van den heer De Booy kwam, door de aanneming van het genoemde, te vervallen. Hoofdstuk II, artikel 3. »In eene afdeeling werd opge merkt, dat dit artikel, geraamd op 893, kan worden ver minderd tot op 600, daar uit de memorie van toelichting bleek, dat daarop in 1886 slechts is uitgegeven ƒ529.795." Wordt besloten dien post tot op 600 te ver minderen. Hoofdstuk III. »Behalve de verhooging, die de ver- »schillende posten van dit Hoofdstuk zouden moeten onder- »gaan, indien gevolg werd gegeven aan het schrappen van »den post van vaste arbeiders ad 6000, werden in eene »afdeeling bij art. 1 a klachten geuit over liet onvoldoende »onderhoud der wegenmeer bijzonder nog der grintwegen y>i. Men beweerde, dat de grint bij den aanleg daarop »niet doeltreffend en te dik was gelegd, zooals te zien was ronder anderen in de Hendrikstraat, Markstraat en de »Middenlaan. Het dagelijksch toezicht op die grintwegen »liet ook veel te wenschen over, waarvoor een speciaal »persoon behoorde te worden aangesteld. Ook gaf men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 159