den 10 December 1887.
Ook de heeren Van Mierlo, Smits en Rombouts stemmen
hiermede in en zeggen alleen zaken en geen personen te
behandelen.
Eene opheldering tusschen de heeren Smits, Van Hal en
Marijnen, omtrent bestratingen, gaf tot eenige bespreking
aanleiding.
De voorzitter stelt alsnu voor verder te gaan.
Artikel 6. »Werd verlangd, dat ook de Schoolstraat in
aanmerking kwam voor bestrating en de bestrating van
»de Bouwerijstraat werd voortgezet.
»Ook werd in het algemeen te kennen gegeven, dat ook
»bij goedkeuring der verschillende posten zich de raad de
^goedkeuring der daartoe betrekkelijke bestekken voorbehield."
De heer Guljé deelt mede, dat de voortzetting der be
strating van de Bouwerijstraat in de begrooting is opgenomen.
De heer Nelissen zegt, dat het aanleggen van trottoirs
met ijzersteen tegels uit een maatregel van zuinigheid werd
aanbevolen, doch dat dit hem niet is gebleken, al levert
het een voordeel van 10 a 15 percent op, zooals de
gemeen te-aretitect hem opgaf. Hij vindt dit cijfer zoo
economisch niet, wit de geheele bestrating doen vernieuwen,
stelt voor dit artikel te verhoogen met ƒ300 en de trottoirs
op de Groote Markt en de Veemarktstraat te laten zooals
ze zijn.
De heer Guljé wijst op de 10 of 15 percent winst en
dat deze niet te verwerpen zijn. Bovendien zijn de ijzer
steentegels zindelijker en in den winterdag minder glad.
De heer Nelissen blijft bij het door hem gesprokene,
stelt voor die posten met 15°/0 te verhoogen, voor de
genoemde straten nieuwe keien te koopen en de vervanging
der keien door ijzersteen tegels te staken.
De heer Rombouts, ofschoon van het begin af tegen
het veranderen geweest zijnde, en steeds de duurzaamheid
der keien boven de tegels stellende, meent toch, nu mén
eenmaal met het nieuwe systeem van ijzersteen begonnen
is, ook daarmede te moeten blijven doorgaan, ter wille
van de uniformiteit.