5
den 43 December 1887.
voor verwarmingstoestellen en eene vermindering van den
gasprijs, welke daaraan diende vooraf te gaan.
Hoofdstuk IV. »Bij dit Hoofdstuk werd dezelfde opmer-
»king van reserve gemaakt als bij Hoofdstuk III in den
»aanvang."
Artikel 12. »Werd gevraagd, of de opzichter van de
beplantingen en wegen niet de aangewezen persoon is om
»ook toezicht te houden op het Valkenberg."
De voorzitter antwoordt: wanneer het Valkenberg klaar is."
De heer Heylaerts vestigt de aandacht van den voorzitter
op het vandalisme, welke door hem is gezien dat in het
Valkenberg wordt gepleegd, en vraagt of de politie niet 0
bij machte is dat tegen te gaan.
De voorzitter antwoordt, dat het verbaliseeren niets helpt,
wanneer het gepleegde vandalisme niet door getuigen wordt
geconstateerd, en zal zien wat hieraan verder te doen is.
De heer Van Hal geeft het dagelijksch bestuur in over
weging, om een gedeelte der gebouwen van den Kapucynen-
hof, die bij het Valkenberg getrokken wordt, voor woning
van den opzichter der beplantingen te reserveeren, waar
door een voortdurend toezicht door hem in het Valkenberg
zou kunnen worden uitgeoefend. Tevens wenscht spreker
nog in overweging te geven om op het terrein van den voor-
maligen Kapucijnenhofbij de woning van den opzichter,
eene serre in te richten voor het kweeken van bloemen.
De voorzitter antwoordt, dat een en ander juist in het
voornemen van het dagelijksch bestuur ligt.
De heer Guljé zegt ook, dat hetgeen de heer Van Hal
als wenschelyk uitsprak, het plan uitmaakt van den heer
Rosseelszoo ook met de vroegere woning van den heer
Van Glabbeek, om die te bestemmen voor den opzichter
enz.; terwijl verder het open terrein zou bestemd worden
voor eene kweekplaats van bloemen en planten.
De heer Van Hal dankt den geachten spreker voor zijne
mededeeling, en wenschte nog dat het dagelijksch bestuur
zoo mogelijk nog dit dienstjaar den raad een voorstel in
wilde dienen om liet Valkenberg door een ijzeren hek af te