8 den 13 December 1887. »aangevraagdten bedrage van600. hetgeen op artikel 17 a geeft eene ver smindering van. j 1483 waarvan afgetrokken de vermeerdering »van artikel 17 b ad400 sover blijft eene vermindering van dit sartikel met1083 De heer Rombouts wenschte wel ingelicht te worden waarvoor die verhoogde som van 400 noodig is. Op de begrooting staat voor kosten van school behoeften uitge trokken f 200, doch de commissie van rapporteurs verlangde die op ƒ600 te zien gebracht. Hij vreest dat men, door dit toe te staan, denzelfden weg zal opgaan als met de Hoogere Burgerschool, en vraagt of die som van ƒ600 soms ook noodig is voor standaardwerken. Dit kan door hem niet worden aangenomen, daar we hier voor eene geheel nieuwe inrichting staan, en, wordt de som door den raad toegestaan, dan zouden voor de volgende jaren de handen gebonden worden. De heer Van Mierlo, den vorigen spreker beantwoordende, zegt, dat het slechts eene raming is van hetgeen ongeveer benoodigd zal wezen. Een juist bedrag valt moeielijk op te geven, omdat het Gymnasium eene nieuwe inrichting is. Spreker zegt, dat de rector hem heeft medegedeeld, dat die post voor volgende jaren zeer goed tot op ƒ400 kan gereduceerd worden. Nu is er zoo goed als niets aanwezig, zoodat de uitgaven in 1888 iets hooger zullen zijn dan in volgende jaren. De heer Rombouts zegt, na die verklaring, zich bij de voorgestelde verhooging te kunnen neerleggen. De heer Van Hal vraagt, of er ten behoeve van het lager onderwijs oók zooveel standaardwerken noodig zijn waarop de voorzitter antwoordt, dat dit alleen paedagogische kunnen zijn. De heer Van Hal bespreekt het wenschelijke, dat de leden van den raad ook den vrijen toegang tot de hoogere scholen moesten hebben, om die leerinrichtingen te bezich-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 173