den 13 December 1887. tigen, ten einde te kunnen nagaan op welke wijze de gelden, door den raad toegestaan, aangewend worden. Hem komen ook enkele hulpmiddelen, die op de lijst voorkomen, waarvan de voorzitter voorlezing heeft gedaan, te hoog voor, en wijst op de minne prijzen voor artikelen die prachtig waren, welke hij in een prospectus uit Duitschland heeft gezien. Daarmede dient, volgens zijne bescheiden meening, ook rekening gehouden te worden. De heer Rombouts geeft nog in overweging de verschillende school behoeften voortaan in het openbaar aan te besteden. De heer Guljé antwoordt, dat die volgens rooster door de alhier wonende boekverkoopers geleverd worden, en 10°/0 op de boeken door de gemeente gekort worden. Afdeeling II, artikel 5 d. »In eene afdeeling werd verlangd, »dat deze post zou worden vermeerderd met ƒ150, voor het »aanschaffen van anti-septische verbanden en middelen." De heer Rombouts deelt mede, dat met de overschrijving der begrooting eene fout is begaanen niet is overgenomen een post, die door de commissie van het Stedelijk Zieken - huis in hare begrooting was gebracht. De voorzitter antwoordt, dat die er nog zal bijgeschreven worden. Hoofdstuk VII, artikel 3 d. »Voor de som van ƒ1500 »aan het muziekkorps der schutterij wordt wat meer muziek »voor het publiek verlangd op plaatsen door burgemeester »en wethouders aan te wijzen." Alvorens verder te gaan verzoekt de heer De Booy den voorzitter even stil te staan bij het laatste artikel van Hoofdstuk VI, en tot burgemeester en wethouders eene vraag te richten, en wel over een post van ƒ25, uitgetrokken voor toelage aan de plaatselijke gezondheidscommissie. Hy wenscht de vraag te stellen: heeft werkelijk die plaatselijke gezond heids-commissie eenig raison être? Zoo ja.hoe het komt, dat men zoo weinig van haren werkkring hoort? De voorzitter antwoordt, dat die post van ƒ25 bestemd is voor het houden van vergaderingenen wat de werk kring der commissie betreft, dat zij, ingeval van epidemieën,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 174