m
12
den 43 December 1887.
»en wethouders, om tot dat einde de 35 opcenten op het
»personeel met 15 te verhoogen, en achtte men het
»wenschelijker tot dat einde den hoofdelijken omslag tot op
»15°/o per mille te verhoogen."
»Anderen wilden die inkomsten vinden door eene ver-
»hooging van schoolgelden, en door eene belasting op tooneel-
»vertooningen en andere openbare vermakelijkheden.
»In verband hiermede werd bij Hoofdstuk II, afdeeling
»I, artikel 3, verlangd de 35 thans bestaande opcenten op
»het personeel te behouden en dezen post alzoo te brengen
»op het vroeger bedrag van f 24.215,615."
«Afdeeling II, artikel 1, den hoofdelijken omslag te
verhoogen".
De voorzitter kan zich beter vereenigen met eene verhoo
ging van den hoofdelijken omslag, dan met de verhooging der
opcenten op het personeel, en wel omdat het publiek tegen
woordig zijne eischen zóó hoog spant, dat het alleszins rationeel
isdat het ook in de kosten daarvan bijdraagt. Burgemeester
en wethouders hebben de verschillende stelsels tot verhooging
der inkomsten met de meeste aandacht nagegaan, maar
mochten in het vinden van iets beters niet slagen. Hij is
er voor het oude systeem te volgen.
De heer Smits verlangde eenige opheldering omtrent den
aard der buitengewone inkomsten en uitgaven, die hem
naar genoegen door den heer Guljé werden gegeven.
De heer Rombouts doet aan den voorzitter de vraag, wat
het dagelijksch bestuur gedacht heeft van eene belasting
op tooneelvertooningen en andere openbare vermakelijkheden
De voorzitter antwoordt met de vraag, of de kosten van
inning niet meer zullen bedragen dan de opbrengst?
De heer De Booy zegt, dat die zaak eerst later aan de
orde is.
De heer Smits zegt, dat te 's-Bosch voor de invordering
5°/0 wordt gegeven, en hij, die uitvoeringen geeft, laat
iets meer betalen op entree.
De voorzitter meent deze zaak hierna te bespreken, en
wel, zooals de heer De Booy opmerkt, bij afdeeling III.