den 13 December 1887. De voorzitter stelt voor door stemming de vraag op te lossen, of de hoofdelijke omslag dan wel de 35 opcenten op het personeel zullen verhoogd worden. Daartoe overgaande blijkt, dat met twaalj tegen twee stemmen is aangenomen de opcenten op den hoofdelijken omslag te verhoogen. Vóór stemden de heeren Smits, Rombouts, Van iMierlo, NelissenDe Booy, van Dongen, Klep, Van Hal, Backer, Marijnen, Guljé, Heijlaerts en de voorzitter. Tegen de heeren Van Aken en Guljé. Afdeeling III, artikel 2. »Eene belasting op tooneelver- tooningen en andere openbare vermakelijkheden in te voeren." De voorzitter, de kosten van invordering besprekende, zegt, dat sinds de invoering der gemeentewet er maar hoogst enkele gemeenten toe zijn overgegaan, ongerekend de plaatsen als Amsterdam en Rotterdam. De heer Van Aken beroept zich op 's-Hertogenboschen zegt dat daar die belasting bestaat, en zoo er geen voor deel in werd gezien, zou men toch de heffing niet vol houden. De heer Rombouts zegt, dat in beginsel kan worden uitgemaakt of er eene belasting op tooneelvertooningen zal geheven worden. Is die vraag opgelost, dan kan aan burgemeester en wethouders het ontwerpen eener verorde ning worden opgedragen. De voorzitter brengt in stemming of er eene dergelijke belasting in de gemeente zal geheven worden. Met algemeene stemmen wordt daartoe besloten. Afdeeling IVartikel 8 5 en c. »De schoolgelden ge- »noemd onder artikel 8 b en c te verhoogen." De voorzitter zegt, dat ook dit in beginsel dient uitge maakt te worden. De heer Van Hal leidt dit onderwerp in met te wijzen op het tekort dat er bestaat, en alzoo rekening dient gehouden te worden met de schoolgelden. Hij wil deze,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 178