den 15 Januari 1887.
Tegenwoordig de heorenKlep, Heïlaerts, Van Hal,
Marijnen, Van der Burgh, Van Aken, Guljé, Pels Rijcken,
Smits, Rombouts, Nelissen, Van Dam, Van Mierlo, Vreede,
Backer, en De Man Voorzitter.
Afwezig de heer Kuppens.
De notulen 'van den 15 December 1886 morgen- en
avondzitting, worden voorgelezen.
Ten gevolge van eenige aanmerkingen van de lieercn
Rombouts, Van Dam, Marijnen en Van Hal, worden de no
tulen dien overeenkomstig gewijzigd en vastgesteld.
Hierna de notulen van,den 30 December jl. voorgelezen
zijnde, leiden die mede tot eenige aanmerkingen bij do
heeren Van Mierlo, Pels Rijcken en de Voorzitter; de notu
len worden dien overeenkomstig gewijzigd en vastgesteld;
terwijl de heer Nelissen beweert, dat op zijn voorstel door
den raad is beslist, dat van den borgtocht van den direc
teur der bank van leening maar 4$ in plaats van 5$ zal
worden uitgekeerd, van welke beslissing in de notulen
geene melding wordt gemaakt.
De Voorzitter zegt wel Ie welen, dat de rente van den
borgtocht door den heer Nelissen is besproken, maar zich
niet te herinneren, dat te dier zake een besluit is genomen.,
Aangezien hieromtrent verschil van gevoelen bestaat, zal
de Voorzitter in stemming brengen of van den borgtocht,
door den Directeur der Bank van Lecning te storten, eene
rente van ij>- zal worden uitgekeerd.
Met 0 tegen 4 stemmen wordt daarop in bevestigenden
zin beslist.
Voor de heerenNelissen, Van Dam, Vreede, Backer,
Klep, Ileylacrts, Van Hal, Marijnen en Smits.