den 12 Maakt 1887. in toepassing werden gebracht, terwijl zij in overweging geeft om de uitkomende keien in het magazijn te bewaren om successivelijk tot steenslag te worden verwerkt. De Voorzitter brengt der bouw-commissie en inzeil - derheid haren rapporteur, dank voor het uitgebracht rapport. Omtrent het maken van houten of ijzeren leuningen aan de brug in het Valkenberg zijn verschillende gevoelens; de heeren Klep en Heylaerts verklaren zich voor eene ijzeren leuning; terwijl de heeren Marijnen en Van Hal eene houten leuning beter achten. De Voorzitter meent dat het zou kunnen wezen dat de onderbouw der brug, geconstrueerd voor eene houten leuning, niet bestand was voor eene ijzeren leuning, wier zwSarte over de groote lengte niet gering is. Na verdere toelichting brengt de Voorzitter in stemming of de brug al- dan niet met eene houten leuning, zoo als de teekening aangeeft, zal worden gebouwd. Met 13 tegen 2 stemmen, die der heeren Klep en Hey laerts, wordt het bouwen der brug, volgen de teekening, dus met eene houten leuning, aangenomen; terwijl wordt besloten de overige bestekken ter visie te leggen. De heer Van Mierlo bespreekt nog de wenschelijkheid, om de trottoirs in dé St. Catharinastraat te versmallen om eene meer regelmatige breedte te verkrijgen, hetgeen de ge meente-architect hem heeft gezegd dat zeer goed kon. De Voorzitter acht dit niet wel mogelijk, en meent dat de architect zich daarin moet hebben vergist, waarom hij er hem over spreken zal hierbij komt nog, dat de vroegere trottoirs zijn aangelegd onder opzicht van den vorigen archi tect, die gewoon was zeer sterk te bouwen, zoodat die trot toirs zijn ondermetseld, wat in het veranderen er van ook een bezwaar zou opleveren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 26