12
9 April 1887.
Hierbij is gevoegd liet ingewonnen advies van don ge-
„meente—architect met eene plattegrondteekening.
De Voorzitter vraagt of tegen dezen verkoop bezwa
ren bestaan.
Wordt, behoudens nadere goedkeuring van Gedepu
teerde Statenbesloten tot den verkoop van het ge
vraagde stukje grond, met verklaring dat hetzelve voor
den publieken dienst niet meer bestemd is.
22. De Voorzitter deelt verder mede, dat nog is iiigeko-
en een adres aan den gemeenteraad van liet R. Kkerkbe
stuur van de parochie van OLVrouw alhierdaarbij te
kennen gevende, dat het eigenaresse is van de perceeleh
gelegen op de Ginnekenstraat, kadastraal bekend onder Sectie
B, n°. 914, 955 en 2248, die allen oostwaarts grenzen tegen
eenen gang, aan de gemeente in eigendom behoorende, gele
gen tusschen die perceelen en de zoogenaamde Hooge barak
ken. Dat zij tot het bouwen eener kerk, een gedeelte van
dien gang, ter strekkende lengte van veertig Meters en
ter breedte van een meter, noodig heeft, verzoekende tegen
een nader overeen te komen prijs dien grond aan haar af
te staan.
De Voorzitter zegt dat die gang, een z. g. brandgang,
voor de gemeente van geen belang meer is en vraagt om
in deze eene spoedige beslissing te nemen, aangezien het
parochiaal bestuur met 1° Mei a. s. roet bouwen een begin
wil maken.
Geen der leden hiertegen bezwaren hebbende,
Wordt besloten den gevraagdeii grond ik koop af te
staan tegen overeen te komen prijs, behoudens de goedkeu
ring van Gedeputeerde Staten, met verklaring dat die
grond niet meer voor publieken dienst besterad is.
Adres \an M. J. Tiggeiman, onderwijzer aan de 2de