14 9 April 1887. lijke ontvangen inlichtingen betreffende de sollicitante]), ais. 1. Dr. P. Hoekstra, conrector aan liet Gymnasium te Zwolle. 2. Dr. J. H. Slothouber, id. te Gorinchem. 3. Dr. J. van der Vliet, id. te Haarlem. Wordt besloten alvorens tot eene benoeming over te gaan de voordracht in geheim comité te bespreken. v B. De Voorzitter geeft bet woord aan de leden die ver- /sjagen hebben uit te brengen. 1. De heer Mr. Van Mierlo, die namens de rechtskun dige commissie aan wie is opgedragen geweest een onderzoek in te stellen naar den toestand der Bank van Leening en of deze eene gerneente-instelling is. In dit belangrijk rapport waarin de oorsprong der Bank van Leening in deze gemeente en hel ontstaan derzelve van de vroegste tijden af wordt geschetst en als het ware daar van een geschiedkundig overzicht geeft, wordt veider voor gesteld het geconstateerde te kort ad 45,794.298 le verhalen op de erven van den voormaligen Directeur en de borgen van dezen, zijnde de heerenG. Van Alphen voor 3000, P. A. J. Van den Brink voor ƒ1000, V. Leurs voor ƒ3000 en raej. de Weduwe Van Keeken voor ƒ2000. Als zijn bijzondere gevoelen geeft de heer Van Mierlo in overweging om van wege de gemeente een rechtsgeleerde aan te wijzen, die deze zaak in handen neemt; met het doen dezer opdracht behoeft men nog niet tot het voeren van een procés over te gaan. De Voorzitter betuigt zijn bijzonderen dank aan de corn-, missie en inzonderheid aan haren rapporteur voor het in deze uitgebraclit hoogst belangrijk rapport en vraagt den leden of zij zich met de conclusie van dit rapport kunnen ver eenigen. De heer llombouts kan zich met die conclusie geheel vereenigen, doch wenschte, dat dit rapport werd gedrukt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 43