23 April 1887.
en Wethouders te verzoeken naar een geschikt terrein
om te zien voor den bouw der nieuwe school.
A. Rapport der commissie over de voorstellen namens
de Commissie van beheer der Stedelijke Bank van Leening,
die even als de laatstgenoemde voorstelt
a. de renieheffing vast te stellen op 15J, voor beleenin
gen van ƒ100 en lager, en op 12voor beleeningen van
meer dan ƒ100.
2 cent te heffen van ieder pand bij lossing.
c. de Bank, in plaats eener vaste rente van 5£, hare
jaarlijksclie winst aan de gemeente te doen uitkeeren lat
een maximum. van 4$ van liet door deze voorgeschoten
kapitaal.
De Voorzitter acht het noodzakelijk, wil de Bank blijven
bestaan, de rentestandaard te verhoogen.
I)e heer Van Mierlo kan zich met punt 2 van het voor
stel niet vereenigen, als in strijd zijnde met het reglement
der Bank en ook met art. 21 van het desbetrekkelijk Kon.
besluit, waarbij dergelijke heffingen worden verboden. Ook
kan hij zich niet vereenigen met het derde voorstel om de
rente ad 5J van het door de gemeente aan de Bank voor
geschoten kapitaal, te verminderen tot 4 pCt. aangezien de
Bank, zooals hem de geschiedenis heeft geleerd de moei
lijk lieden waarin zij thans verkeert, bij eene goede controle,
wel zal kunnen te boven komen, waarom zijn voorstel is,
dat 5 pCt. van het voorgeschoten kapitaal aan de gemeente
uitgekeerd wordt.
Nadat vele leden over de voorgestelde punten hun gevoe
len hadden in het midden gebrachtstelde de heer Pels
Rijcken een subamendement op pui.t 3 voor en dat te doen
lezen, als volgt:
O