den 1L Juni 1887. Een biljet was in blanco. 10. Adres van C. van den Boer alhier, daarbij verzoekende aan hem in koop af te staan een stukje gemeente-grond, een deel uitmakende van den zoogenaamden brandgang ge legen bij de Akkerstraat, voor zoo ver zijn eigendom betreft. Wordt besloten dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, om daarmede, onder goed keuring van Gedeputeerde Staten, in het meeste belang der gemeente te handelen. B. Uit te brengen verslagen De heer Van Mierlo, ter beantwoording van de missive van den gemeente-architect van den 25 April 1887, n°. 25, als antwoord op het rapport der bouwcommissie van den 12 Maart 1887, over een zestal ontwerpen van bestekken tot aanbesteding van bestratingen, rioleeren enz., alsmede op het toepassen daarop van de algemeene voorschriften voor Rijks werken. Aangezien de architect daarbij het met de commissie eens is, ook wat de toepassing van de Rijksvoorschriften betreft, be halve het stukslaan van straat- of veldkeien ten dienste van de grindwegen, de commissie stelt voor, aan de ontwerp-bestekken uit voering te geven, als kunnende later door haar omtrent het stukslaan der veldkeien eeue bespreking met den architect plaats hebben; terwijl de raad daarna eene beslissing kan nemen. Nadat door den heer Marijnen en den Voorzitter, alsmede de heeren Nelissen en Van Hal eeltige discussien over den aanleg en liet onderhoud van grindwegen en liet stukslaan der veldkeien plaats heeft gehad, dankt de Voorzitter de bouw-commissie en inzonderheid den rapporteur voor het uitgebracht verslag, en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1887 | | pagina 64