ben 6 Augustus 1887.
overdracht de weg geheel voor rekening van de gemeente
Teteringen zal worden verbeterd.
Mocht dit voorstel niet aangenomen worden, dan wordt
vergunning gevraagd voor rekening der gemeente Teteringen
te leggen en te onderhouden een trottoir met goot aan de
westzijde van den weg, achter de boomen, en een riool,
met overdekte zinkputten, ongeveer midden in den westelij
ken berm van den weg, en den berm te begrinten.
De keibestrating blijft dan gelijk nu voor rekening van
Breda en Ginneken.
De voorzitter stelt voor deze missive ter fine van bericht
te zenden aan de bouwcommissie.
De heer Van Mierlo, als voorzitter der bouwcommissie daar
tegen bezwaren hebbende, meent dat eene beslissing over deze
zaak buiten hare bevoegdheid is, en zou het beter achten
indien de missive werd gesteld in handen eener rechtskundige
commissie uit den raad, om tevens de grensscheiding met
de gemeente Teteringen, die nu veel te wenschen overlaat,
tot een goed einde te brengen.
De voorzitter zegt, dat reeds in 1826 en later door zijn
voorganger vruchteloos alle moeite is aangewend om tot eene
betere grensscheiding te geraken.
Overigens het gevoelen van den heer Van Mierlo deelende,
stelt de voorzitter voor, de missive van het gemeentebestuur
van Teteringen in handen te stellen van vier rechtsgeleerden,
leden van dezen raad.
Waartoe wordt besloten.
12. Missive van de commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs alhier van den 7 Juli 1887, daarbij, met
overlegging van de missives van den inspecteur van hel mid
delbaar onderwijs dd. 11 Juni 1887, ter vervulling van de
alsnog aan de Hoogere Burgerschool bestaande vacaturen van
leeraren voor de Engelsche en Nederlandsche taal aan den
raad voorstellende