den 6 Augustus 1887.
avoor de Engelsche taal en letterkunde
1. den heer M. G. van Neck, leeraar aan de Hoogere
Burgerschool te Goes;
2. den heer J. J. Helsdon Rix, docent aan het Instituut
„Schreuders" te Noordwijk-Binnen.
b. voor de Nederlandsche taal en letterkunde
1. den heer W. H. Hasselbach, onderwijzer te Leiden;
2. den heer P. de Vos, leeraar aan de Kweekschool voor
onderwijzers te Groningen.
De heer Rombouts verzoekt den voorzitter voorlezing van
de beide missives van den inspecteur van het middelbaar
onderwijs omtrent de sollicitanten, waaraan wordt voldaan.
Nadat is medegedeeld, dat de leeraar voor de Engel
sche taal tevens werkzaam zal zijn aan het Gymnasium, en
dat de beide te benoemen leeraren slechts voor één jaar
zullen worden aangesteld, wordt tot benoeming van een
leeraar in de Engelsche taal en letterkunde overgegaan, en
blijkt dat de heer M. G. van Neck met algemeene stem
men wordt benoemd.
Overgaande tot de aanstelling van een leeraar in de Ne
derlandsche taal, blijkt dat op den heer J. M. Acket, on
derwijzer te V Bosch, acht, en op den heer W. H. Hasselbach
twee stemmen zijn uitgebracht, zoodat eerstgenoemde is
benoemd.
13. Adres van den heer Mr. J. W. J. van Mierlo, kan
tonrechter alhier, daarbij te ker.nen gevende, dat de heer
G. J. Blaauw, huurder van het huis genaamd „het Lig
gend Hert/' op de Groote Markt alhier, wijk D, No. 120,
deze gemeente met der woon gaat verlaten, en zijne huur
met 1 Mei 1888 eindigt;
dat hij, alvorens die huur over te nemen, wenscht te weten
of hij genoemd huis onderhands voor zes jaren van de ge
meente in huur kan verkrijgen tegen den prijs van ƒ500