den 20 Augustus 1887.
7. Besluit van Gedeputeerde Staten van den 11/17 Augus
tus 1887, G, n°. 96/10, 2e Afd., waarbij worufc goedgekeurd
bet raadsbesluit van den 6 dier maand tot het instellen
van een rechtgeding tegen de erven en borgen van den
overleden directeur der Bank van Leerling L. J. Janssen.
De voorzitter stelt voor dit besluit voor kennisge
ving aan te nemen en verder ter uitvoering te verzenden
aan den burgemeester.
Waartoe wordt besloten.
8. Voor de aanstaande verkiezing van leden voor de Tweede
Kamer der Staten Generaal verzoekt de voorzitter een stem
bureau te benoemen.
Hiertoe overgaande worden daartoe benoemd de heeren
J. A. van Aken en Ed. II. A. Guljé en tot hunne plaats
vervangers de heeren Marijnen en Yau Hal.
9. De voorzitter deelt mede, dat bij burgemeester en
wetbouuers is ingekomen eene missive van den Minister van
Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, dd. 12 Augustus
1887, n°, 1657, Afd. K. W., als antwoord op hun schrijven
van den 18 November 1885, n°, 602, waarbij het verzoek
werd gedaan de stukken van de voormalige Schepenbank
van Breda bij de overige oude gemeente-archieven in be
waring 1o mogen houden, berichtende dat er geen termen
gevonden zijn, in afwijking van.het IC B. dd. 9 Maart 1879
(Staatsblad n°, 40), gewijzigd bij dat van 9 Ociober 1883
(Staatsblad n°. 14-1), aan liet verlangen te voldoen, en geeft
verder te kennen, dat de oude rechterlijke archieven onder
behoorlijk procesverbaal door den archivaris in Noord-Brabant
zullen worden overgenomen en overgebracht in het depot
der Rijks-archieven.
De voorzitter deelt tevens mede eene ingekomen missive
van den archivaris der rijksarchieven in Noord Brabant van
den 13 Augustus jl.; n°. 969, met eene lijst van de over