102 9 Juni 1888. Art. 22. Toe te voegen: behalve wanneer de ambtenaar of bediende, vóórdat hij de gemeente tien jaren heeft gediend, wegens ziels- of lichaamsgebreken uit zijne betrekking wordt ontslagen, in welk geval de gestorte afloopende korting, ten gevolge van raadsbesluit, kan teruggegeven worden." De voorzitter vraagt, of dit artikel kan worden goedgekeurd, waartoe, zonder hoofdelijke omvraag, besloten wordt. Overgangsbepaling. »De gewijzigde bepaling van alinea 2 van art. 20 zal slechts toegepast worden op de na de vaststelling dezer verordening benoemde ambtenaren en bedienden." De heer Rombouts zou wenschen den tijd van toepassing te bepalen op 1°. Januari 1888, met het oog o. a. op een pas in dienst getreden ambtenaar. De heer Guljé acht dien tijd te veel vervroegd en zou dan eer den termijn van toepassing willen bepaald zien op de na 1 Mei benoemde ambtenaren. Op voorstel van den heer Van Mierlo wordt be sloten dit punt in eene volgende vergadering nader te bespreken. 7°. Adres van het college van brandmeesters alhier, houdende het voorstel tot het aanschaffen eener stoom- brandspuit. De heer Van Hal, het woord gevraagd en verkregen hebbende, brengt in de allereerste plaats hulde aan hem, die het adres heeft samengesteld, doch vraagt zich af, of het verzoek wel gewettigd is? Hij vermeent dat de eisch overdreven en het aanwezige materieel voldoende is bij brand, wanneer het garnizoen tevens adsisteert. Spreker heeft de beproeving der stoombrandspuit bijgewoond, maar hij kan niet zeggendat het toestel volmaakt werktdaar 2de of 3de slang brak. Bovendien geldt liet eene zaak,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 102