112
14 Juli 1888.
15". Missive van burgemeester en wethouders van den
19den Juni 1888, N°. 461, houdendeter voorziening in
de vacature van leeraar in scheikunde en natuurlijke historie
aan de Hoogere Burgerschool, de Burgeravondschool en het
Gymnasium, ontstaan door het vertrek van den heer Ur.
J. Bosscha aanbeveling van den heer Dr. J. D. R. Seheffer,
thans leeraar aan de hoogere burgerschool te Veendam
welke van twee candidaten alléén de noodige en vereischte
bevoegdheid bezit tot het geven van dat onderwijs in zijnen
geheelen omvang.
De voorzitter vraagtof de raad tot de benoeming wenscht
over te gaan.
Iliertoe besloten zijnde, verzoekt hij de beide
wethouders als stemopnemers te fungeeren.
Na opening der briefjes blijken deze allen te bevatten
den naam van den eenigen aanbevolene, den heer Br. J.
D. R. Seheffer te Veendam, die mitsdien, behoudens de
goedkeuring van den heer Minister van Binnenlandsche
Zaken, benoemd is, waarna wordt bepaald, dat zijne in
functietreding zal worden gerekend in te gaan den lsten
September 1888.
16°. Missive van het college van curatoren van het Gym
nasium te Breda van den 13den Juli 1888, houdende, naar
aanleiding van het intrekken der sollicitatie door Dr. A.
Diepenbroekaanbieding van de navolgende voordracht voor
een leeraar in de oude talen en geschiedenis:
a. Dr. H. van Gelder te Amsterdam;
b. J. van Wageningendoctorandus te Utrechten
c. W. A. II. Hecker, doctorandus, leeraar in de oude
talen en geschiedenis te Haarlem.
Be heer Van Mierlo geeft in overweging eene definitieve
benoeming te doen, welke hem raadzaam voorkomt met
het oog op ile mededinging van andere gemeenten.