14 Juli 1888. 117 aftreding van den heer G. H. Moolenberghals lid van het burgerlijk armbestuur, ter voorziening in die vacature, aanbeveling der heeren G. H. Moolenberghaftredend liden K. G. Oukoop, en zulks voor den gewonen tijd van zitting. Overgegaan zijnde tot stemming met gesloten briefjes, wordt de heer G. H. Moolenbergh met algemeene stemmen opnieuw voor den gewonen tijd van zitting benoemd. 26°. Missive van burgemeester en wethouders, dato 6 Juli -1888, N°. 502, houdende, ten gevolge der periodieke aftreding van den heer Dr. A. F. J. Ingen-Houszals regent van het Oude-Mannenhuis, ter voorziening in die vacature, aanbeveling der heeren Dr. A. F. J. Ingen-Housz, aftredend lid, en J. J. Laurijssen. Overgegaan zijnde tot stemming met gesloten briefjes, wordt de heer Dr. A. F. J. Ingen-Housz opnieuw benoemd voor den gewonen tijd van zitting met algemeene stemmen op één nauitgebracht op den heer J. J. Laurijssen. 27°. Namens burgemeester en wethouders biedt de voorzitter den raad aan drie ontwerp-verordeningen betrek kelijk het gebruik der algemeene begraafplaats welke ver ordeningen voegt de voorzitter er bij zijn samengesteld door den heer wethouder Guljé. Voorts vraagt hij, of de raad wenscht, dat deze stukken worden ter vissie gelegd, dan wel dat ze bij de leden zullen circuleeren. Wordt besloten bedoelde ontwerp-verordeningen bij de leden te laten circuleeren. 28°. Missive van den lieer H. A. Sassen, van den 5den Juli '1888, houdende kennisgeving, onder dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen, dat hij ontslag neemt als lid van het college van regenten van het Oude-Mannen huis alhier.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 117