118
14 Juli 1888.
Op voorstel van den voorzitter wordt besloten
den heer H. A. Sassen eervol ontslag toe te kennen,
onder dankbetuiging voor de door hem in die be
trekking bewezen diensten.
De heer De Booy meent, nu het Oude-Mannenhuis ter
sprake is, de vraag te mogen doen, of het bekend is aan
burgemeester en wethouders, dat er in het Oude-Mannen
huis eene broederschap bestaat, welke een fonds bezit, dat
de strekking heeft om na den dood van een der leden ker
kelijke diensten te laten verrichten en dat bij den vorigen
vader in beheer was, maar niet schijnt afgedragen te zijn
aan den tegenwoordigen vader.
De heer Guljé beantwoordt den vorigen spreker en zegt,
dat bedoeld fonds gesteld is in handen van den heer pastoor
G. van Spaandonk, die thans de gelden bewaart en beheert.
De voorzitter meentdat dit onderwerp niet in den raad
te huis behoort.
Intusschen dankt de heer De Booy den heer Guljé voor
de hem verstrekte inlichting.
29°. Besluit van Gedeputeerde Staten van den 3den Juli
1888, waarbij de aanslag in den hoofdelijken omslag van
A. Moonen voor het dienstjaar 1887 tot een bedrag van
24, berekend tegen een vermoedelijk inkomen van ƒ2000,
wordt teruggebracht tot op 18.
Wordt besloten dit besluit te verzenden aan den
burgemeester ter uitvoering.
B. Verslagen
1°. Namens burgemeester en wethouders deelt de voor
zitter den raad mede, dat de leden der commissie van be
heer der Bank van Leening, bij schrijven aan burgemeester
en wethouders van den '14den Juni 1888, hun verzoek om
ontslag hebben ingetrokken, mits niet worde ingestemd
met de aanschrijving van den Minister van Binnenlandsche