14 Juli 1888.
125
De heer Van Dam zou wenschen het adres te verzenden
aan burgemeester en wethouders, met verzoek om advies.
De heer Rombouts treedt krachtig op tot bewilliging van
het verzoek. Wijlen Van Kerkoerle zegt spreker was
een ijverig ambtenaar, die, geplaatst in een onaangenamen
werkkring, met volle toewijding zijne plichten vervulde, en
dit spoort hem aan, ten blijke dat de gemeente vlijt en
ijver harer ambtenaren op prijs stelt, voor te stellen, dat
aan mej. Van Kerkoerle worde toegekend eene gratificatie
voor ééns van f 500.
De heer Van Hal verklaart, dat hij deelt in het denk
beeld door den heer Rombouts ontwikkeld en de gronden
waarop dit steunt als juist erkent. Gaarne zou spreker
zien, die ongeveer eenzelfde voorstel had willen doen als
de heer Rombouts, dat de raad termen moge vinden om
in de dochter des ambtenaars te beloonen den ijver en de
goede zorgen door Van Kerkoerle steeds aan den dag gelegd.
De heer De Booy ondersteunt ten zeers'te het voorstel
Rombouts Van Hal en wijst er opdat wie zijn plicht
doet gewoonlijk vijanden heeft; dat Van Kerkoerle door
zijne stipte plichtsbetrachting de gemeentekas veel bevoor
deeld heeft en hij moeielijk zal te vervangen zijn.
De voorzitter erkent in alle opzichtendat Van Kerkoerle
was een eerlijk en vlijtig ambtenaar en vereenigt zich met
den hem toegebrachten lof; maar wat het toekennen eener
gratificatie betreft aan zijne dochter dit meent hij aan
den raad te moeten overlaten.
Hierna brengt de voorzitter het voorstel van den
heer Rombouts in stemming, waarvan de uitslag is
dat het met algemeene stemmen wordt aange
nomen.
4°. Adres van de Feestcommissie ter viering van den
57sten gedenkdag van den Tiendaagschen Veldtocht en
het daarmede verbonden zesde jaarfeest van den provincialen
bond der Vereeniging »Het Metalen Kruis," dato 13 Juli