130 14 Juli 1888. De heer Van Dam maakt burgemeester en wethouders er op indachtig, dat in de vóórlaatste zitting van den gemeente raad unaniem besloten is, dat burgemeester en wethouders een voorstel zouden doen tot het verhoogen der jaarwedde van den eersten commies ter secretarie, den heer Blaeser, en vraagt, of aan dit voorstel binnenkort gevolg zal gegeven worden. De voorzitter antwoordt, dat dit voorstel kan verwacht worden. De heer Van Hal wenscht dat voorstel niet bepaald te zien tot den heer blaeser alleen, al erkent hij zijne ver diensten, vooral als waarnemend secretaris, maar verlangt, dat dit ook tot de andere ambtenaren der secretarie worde uitgebreid. Alsnu gaat de vergadering over in eene zitting met ge sloten deuren. Na heropening der deuren komen weder in behandeling de adressen van den heer mr. Th. A. F. G. Mathon, P. Damen en H. W. Tinnemans, reeds hiervoor vermeld en omschreven onder letter A, sub 18, 19 en 20, en wordt besloten Van eerstgenoemden zijn vermoedelijk inkomen van 1600, dat tot grondslag heeft gestrekt van zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag, terug te brengen op 1200; en op de adressen van P. Damen en H. W. Tinnemans die kwijtschelding vragen van den aanslag in den hoofde lijken omslag, respectievelijk over 1886 en over 18851887, afwijzend te beschikken. Waarna de vergadering is gescheiden. De secretaris A. R. VERMEULEN De voorzitter, DE MAN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 130