12 14 Januari 1888. Onder dankzegging aan de commissie, en inzonderheid aan haren rapporteur, stelt de voorzitter voor dit verslag ter visie te leggen. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 3U. De heer Guljé, namens de commissie in wier handen zijn gesteld de voorstellen van den heer De Booy en de heeren Pels Rijcken, Nelisseu en Rombouts, betreffende wijziging van de heffing van den hoofdelijken omslag. De conclusie van dit verslag is, dat aan liet voorstel van de heeren Pels Rijcken c. s.om verschillende daarbij aan gehaalde redenen, de voorkeur wordt gegeven boven dat van den heer De Booy. Onder dankzegging aan de commissie en inzonderheid aan haren rapporteur, stelt de voorzitter voor om ook dit verslag voor de leden ter vissie te leggen. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. 4°. De heer Van Mierlo zegt, namens de bouwcom missie, omtrent het nieuwe plan enz. der te bouwen meisjesschool, dat het bezwaar tegen het bouwen dier school op de gedempte Oudevest bij den heer Van Hal o. a. hierin bestond, dat het front der school niet naar de zijde der Ginnekenstraat zou worden gebouwd; dat door het ontwerpen van eene nieuwe teekening door den gemeente architect van het schoolgebouw en een plaftegrondwaarbij op de belangen van particulieren zooveel mogelijk is gelet, aan de vroeger geopperde bezwaren was tegemoet gekomen. De heer Rombouts vraagt, of de school van den heer Tack eene gemengde school blijft, of wel dat, zoodra de meisjesschool gereed zal zijn, de meisjes naar die school zullen overgaan. Zoo dit laatste niet geschiede, zou hij tegen het bouwen eener nieuwe meisjesschool zijn, daar hij haar, nu de Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, eene meisjesschool gaat oprichtenniet noodzakelijk zou achten. De heer Guljé antwoordt hierop, dat de raad hieromtrent later eene beslissing kan nemen, en wat de kosten belieft,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 12