148 25 Augustus 1888. 1°. Missive van den heer Commissaris des Konings in deze provincie, dato 14 Augustus 1888A, N°. 7, houdende kennisgeving, dat het Zijner Majesteit den Koning behaagd heeft, bij besluit van den 8sten Augustus jl.N°. 31, tot Burgemeester dezer gemeente te herbenoemen Mr. E. de Man. Na voorlezing dezer missive neemt de heer Pels Rijcken het woord en spreekt den burgemeester volgenderwijze toe: «Overtuigd zal u zijn van de belangstelling van den raad «en de gemeente in uwe langdurige ziekte. Vreugd is er «thans in de gemeente, dat uwe ziekte geweken is en u «weder als voorzitter van den raad kunt fungeeren. Ik «meen de tolk te zijn van den raad, wanneer ik u geluk «wenschdat het Z. M. behaagd heeft u opnieuw als bur- «gemeester te benoemen, en verder wensch ik u toe, dat »u in den nieuwen termijn, ten einde toe, tot uw ge- «noegen en tot welzijn der gemeente zult mogen werkzaam «zijn. Namens den raad wensch ik u oprecht geluk." Hierop neemt de voorzitter het woord en zegt het volgende «Volkomen overtuigd ben ik van aller belangstelling in «mijne ziekte, en bijzonderlijk dank ik den raad voor de «medewerking welke ik zoovele jaren van dezen heb mogen «ondervinden. Gaarne hoop ik dat het mij gegeven zal «zijn, nog eenigen tijd de belangen der gemeente voor te «staan en te bevorderen. Ik dank den heer Pels Rijcken «en den geheelen raad voor de mij gebrachte gelukwenschen." Beide toespraken werden door teekenen van goedkeuring en instemming gevolgd. 2°. Missive van den heer jhr. F. Backer, dato 9 Augustus 1888, houdende mededeeling, dat hij zijne benoeming tot lid der commissie van beheer over het Stads-teekeninstituut aanneemt, met den wensch zooveel mogelijk mede te werken tot bevordering van den bloei dezer gemeente-instelling. De voorzitter stelt voor deze missive, onder dank erkentenis, aan te nemen voor kennisgeving, waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 148