154 25 Augustus 1888. gevende, dat aan het slot der memorie van toelichting betreffende het besluit tot heffing van marktgeld wel wordt verklaard, dat het marktgeld den maatstaf van art. 254 der gemeentewet niet overschrijdtmaar dit niet wordt aangetoondmet verzoekter aanvulling der toelichting eene berekening te geven van de vermoedelijke opbrengst en kosten, ten einde daaruit kunne nagegaan worden, of art. 254 wordt nageleefd. Wordt, op voorstel des voorzitters, besloten, deze missive te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ten einde aan Gedeputeerde Staten de verlangde berekening mede te deelen. 12°. Besluit van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dato 16 Augustus 1888, G, N°. 14/16, houdende mach tiging om ten laste van Hoofdstuk VIII, art. 1, der gemeente-begrooting voor den dienst van 1888 te brengen '17.50ten behoeve van G. van Unnik, wegens gemis van woning. Wordt besloten voormeld besluit aan te nemen voor kennisgeving en te stellen in handen van den burgemeester ter uitvoering. 13°. Besluit van Gedeputeerde Staten voornoemddato 16 Augustus 1888, G, N°. 14/16, houdende machtiging om ten laste van Hoofdstuk VIII, art. 1, der gemeente-begrooting voor den dienst van 1888 te brengen f 25.685wegens te weinig geraamde registratie- en overschrijvingsrechten bij den aankoop van een huis in de Zwaanstraat. Wordt besloten ook dit besluit aan te nemen voor kennisgeving en te verzenden aan den burge meester. 14°. Schrijven van den heer Nelissen, lid van den ge meenteraad alhier, dato 23 Augustus 1888, behelzende het navolgende voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 154