25 Augustus 1888. 161 De kosten dezer verbouwing enz. worden geraamd op ongeveer f 1000. Voorts maakt de commissie van dit rapport gebruik om te wijzen op de slechte toepassing der verordening op de vischmarkt, onder uitdrukking van den wensch, dat voor het vervolg in dezen toestand verbetering kome. De heer Marijnen toont zich niet ingenomen met de teekeningwelke eenzelfde standpunt doet behouden. Spreker acht ook de som van 7400 te hoog. Voorts zou hij het gebouw wenschen dicht gemaakt te zien. De voorzitter merkt den vorigen spreker opdat de con clusie van het rapport is om te verbeteren, maar niet om eene nieuwe vischmarkt te bouwen. De heer Marijnen meent, dat die conclusie wel in over weging kan genomen worden. De heer Van Hal herinnert, dat, na daartoe aandrang gebezigd te hebben bij het dagelijksch bestuur, een post op de begrooting werd uitgetrokken tot het verbeteren van de vischmarkt. Vele discussiën hebben daarover plaats gehad bij het behandelen der begrooting voor 1888. Spreker leest voor eenige gedeelten uit de notulen van dien tijd. Schier allen waren het toen eens, dat het bouwen eener nieuwe vischmarkt noodzakelijk was, en met 10 tegen 4 stemmen werd eene som van ƒ8000 in de begrooting op genomen. Toen kwam er een project. Nadat dit onder zocht was, werd het teruggezonden naar den architect. Vervolgens werd het in handen gesteld van de bouw commissie. Het ontwerp van den architect wordt niet gecritiseerd. Spreker is het dan ook niet eens met den heer Marijnen, dat de nieuwe bouw niet aan de verwachting zou beant woorden. Hij blijft er borg voor, dat het project van den architect een goed vertoon maken zou. De heer Marijnen zegt, dat wat de heer Van Hal aan voert omtrent den loop der zaak juist is, doch dat, als men eene nieuwe vischmarkt wil, men dan eene goede moet bouwen. De teekening noemt spreker magnifiek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 161