162
25 Augustus 1888.
maar 't gebouw zal z. i. drukken, 't Is te laag. Hij acht
dit geen gebouw naar de eischen des tijds.
De heer Van Mierlo verklaart in de bouwcommissie met
den heer Marijnen ingestemd te hebben. Spreker zou gaarne
het reglement op de vischmarkt veranderd zien. En nu er
zooveel minder vischverkoopers komenwenscht hij den
toestand voorloopig te bevestigen, behoudens kleine ver
beteringen.
De heer Van Hal doet de commissie opmerken, dat nu
in anderen geest gesproken wordt dan vroeger, en vraagt,
waar het model eener vischmarkt bestaat? Hij verdedigt
opnieuw het project van den heer Lamersen zou wel het
gevoelen van den heer Pels Rijcken wenschen te vernemen
wien hij herinnert aan zijn vroeger advies tijdens de be
handeling der gemeente-begrooting voor 1888, dat spreker
voorleest. Hij twijfelt niet, of de heer Pels Rijcken heeft
zijne zelfde opinie behouden.
De heer Pels Rijcken, den vorigen spreker beantwoor
dende, zegt, dat hij wel eenigszins schijnt geïnterpelleerd te
worden. Spreker ontkent niet de voorgelezen woorden ge
bezigd te hebben, maar verklaart niettemindat zijne opinie
thans wel gewijzigd is. De dagelijksche ondervinding heeft
hem geleerd, dat de toevoer van visch hoe langer zoo
minder wordt, en hij is van oordeel, dat al zou er een
mooi gebouw zijn, er niet te meer visch om komen zal.
De heer Van Aken wenschte zich aanvankelijk niet in het
debat te mengen, maar rekent zich verplicht te verklaren,
dat hij de opinie van den heer Van Hal geheel onderschrijft.
Aan den heer Pels Rijcken moet spreker antwoorden, dat
de weinige aanvoer van visch alleen te wijten is aan de
onzindelijke vischmarkt en de vieze banken. Verder betwist
spreker aan de commissie het recht, om een raadsbesluit
te vernietigen en doet opmerkendat de bouwcommissie
enkel het plan te onderzoeken had.
De voorzitter herinnert, dat aan den architect is opge
dragen om een plan te maken, welk plan naar de bouw
commissie is verzonden, die nu een ander plan heeft. De