25 Augustus 1888. 163 plaats zegt spreker is zeer ongeschikt. Hij acht meer geschikt den tuin bij de Academie, die in erfpacht is, en zou wenschen de burgerij van den stank, die er is ter plaatse waar nu de vischmarkt zich bevindt, te verlossen. Hij wenscht iets goeds te makener tevens op wijzende dat men bij verplaatsing der vischmarkt meer ruimte krijgen zou bij de brug. Spreker is er vóór, tijdelijk de visch markt te verbeteren en gaat derhalve meê met de conclusie der commissie. De heer Van Mierlo zegt het reglement op de vischmarkt nagezien te hebbenen verklaart, dat als de ruimte voor de vischverkoopers niet afgesloten wordt, het volk daar steeds gebruik van zal blijven maken. De heer Van Aken merkt op, dat dit punt bij de politie thuis behoort. De heer Vreede verklaart met genoegen het debat ge volgd te hebben. Hij heeft gehoord de bewering, dat het besluit tot het bouwen eener nieuw vischmarkt niet kan vernietigd wordenalsook het voorstel om de vischmarkt te verplaatsen aan den wal der Academiedicht bij 't water maar spreker vreest, dat aldaar moeielijk terrein zal te krijgen zijn. Vandaar wijst hij er op, dat ook aan het einde der Zoutstraat geschikt terrein is. Intusschen wil spreker méégaan met het voorstel om ƒ1000 toe te staan tot het aanbrengen van noodzakelijke verbeteringen. De voorzitter antwoordt den vorigen spreker, dat wat het terrein betreft aan de Academie, dit enkel in erfpacht is uitgegevenen wel in 1802. De heer Vreede dankt den vöoritter voor deze inlichting. De heer Van Hal drukt zijne verwondering uit, dat de heer Pels Rijcken nu het project bekampt. De beweerde achteruitgang der vischmarkt zou hij door cijfers willen gestaafd zien. Van zijn kant durft spreker beweren, dat de aanvoer van visch gelijk is aan dien in het vorig jaar. De voorzitter gaat spreker voort heeft de aandacht gevestigd op den tuin aan de Academie als plaats der visch markt, maar dit is enkel 't kwaad verplaatsen. Daarop 15

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 163