22 September 1888.
Tegenwoordig de lieerenVan Aken, Van Mierlo, Van
Hal, Marijnen, Backer, Guljé, Smits, Van Dongen,
Rombouts, Vreede, Heijlaerts, Van Dam en De Man,
voorzitter.
Afwezig de heeren: Pels Rijcken, Klep, Nelissen en
De Booy.
De voorzitter verzoekt den secretaris voor te lezen de a
notulen van het verhandelde in de vorige zitting. (2.
Nadat hieraan voldaan is, vraagt de voorzitter, of ook
iemand der leden aanmerkingen heeft op de voorgelezen
notulen.
De heer Rombouts geeft daarop te kennen, dat bij de
bespreking van het verzoek der Vereeniging »Concordia"
door hem gevraagd is, of de commissie voor de Ambachts
school geen bedenking had tegen den verkoop van den
door «Concordia" bedoelden grond, en dat de heer Guljé
op die vraag ontkennend heeft geantwoord; in welken zin
hij wijziging verlangt der notulen.
De voorzitter zegt, dat wel geen bezwaar zal zijn aan
het verlangen van den heer Rombouts te voldoen.
De heer Smits keurt het insereeren in de notulen van
verslagen van raadscommissiënzooals geschied is, goed,
maar wenscht in overweging te geven, bij hel voorlezen
der notulenter besparing van tijddie verslagen niet
meer voor te lezen.
De voorzitter meent, dat hieraan wel goedkeuring zal
kunnen verleend worden, en vraagt, of nog andere leden
16