22 September 1888.
173
scheen de rechten en verplichtingen dier gemeente op be
doelden weg aan Teteringen over te dragen mits de raad
dier gemeente bereid was dien weg zonder schadeloosstelling
over te nemenin het gunstigste geval zou mogelijk de
raad der gemeente Ginneken kunnen goedvinden aan
Teteringen te betalen een aandeel van de uitkeering der
provincie voor de opheffing der tollen, berekend naar de
lengte van den af te stanen weg; en dat, wat betrof het
tweede gedeelte van het verzoekom vergunning tot daar-
stelling van een trottoir, rioleering enz. van bedoelden weg,
de raad der gemeente Ginneken minder genegen scheen
daartoe over te gaan.
»Het is niet te verwachten, dat de raad der gemeente
Teteringen zal willen toetreden tot het voorstel der ge
meente Ginneken om den geheelen weg zonder schadeloos
stelling over te nemen, zoodat het overbodig is te onder
zoeken of die regeling voor de gemeente Breda ten aanzien
van een weg, die zich onmiddellijk aan hare straten aan
sluit gewenscht is.
«Blijft alzoo over het tweede gedeelte van het voorstel.
»De gemeente Ginneken schijnt minder genegen daartoe
over te gaan, zonder dat daarvoor echter door die gemeente
eenige redenen worden opgegeven.
«Het regenachtig seizoen, waarin wij dit jaar verkeeren,
heeft de bewijzen geleverd, dat de tegenwoordige toestand
in zoodanig geval voorziening vereischt, en nu komt het
uwe commissie voor, dat, mits er slechts aan de keibe-
slrating geen hinder of nadeel geschiedt, er voor de ge
meente Ginneken geene reden denkbaar is, waarom zij
zich tegen eene verbetering van dien toestand zou willen
verzetten.
«CJwe commissie is mitsdien op het denkbeeld gekomen,
of er geene voorwaarden zouden kunnen worden gevonden,
waarop de gevraagde vergunning aan de gemeente Teteringen
zoude kunnen worden verleenden heeft met medewerking
van den gemeente-architect ontworpen het hierbij gevoegd
project van voorwaarden, waaronder aan het gemeentebe-