176
22 September 1888.
3°. Missive van het bestuur der Vereeniging «Concordia"
alhier, dato 21 September 1888, N°. 95, houdende kennis
geving, dat de gestelde prijs van duizend gulden, als koop
som voor het stukje gemeentegrond, in koop aangevraagd
en gelegen naast het gebouw der voormelde Vereeniging,
te betalen in twee jaren, wordt aangenomen.
De voorzitter stelt voor, het bedoeld stukje gemeentegrond
zijnde iiet oostelijk gedeelte van het perceel kadastraal be
kend gemeente Breda, sectie A, n°. 3609, ter breedte van
zes meter, evenwijdig aan de grensscheiding tusschen de
perceelen sectie A, n°s. 3043 en 3609, ter grootte van
ongeveer 3 aren 24 centiaren, in koop af te staan aan de
Vereeniging «Concordia" voor de som van duizend gulden,
in twee jaren te betalen.
Dienovereenkomstig wordt, zonder hoofdelijke om
vraag, besloten, behoudens de goedkeuring van Ge
deputeerde Statenterwijl verder wordt verklaard
dat de bedoelde grond niet meer voor den openbaren
dienst bestemd is.
De heer Van Dam komt ter vergadering.
C. Aangehouden zaken
1°. Schriftelijk voorstel van den heer Marijnen, dato 4
Augustus 1887, om de navolgende onderhoudswerken in het
openbaar aan te besteden
Het gemeentehuis met bijgebouwen, waaronder begrepen
politiebureau enz.uitgezonderd het onderhoud dat aan den
concierge en de politie is opgedragen;
de in huur afgestane gemeentegebouwen met uitzondering
van hetgeen tot de verplichtingen der huurders behoort,
de boterhal, brandspuithuisjes, enz.;
de Hoogere Burgerschool en verdere scholen met onder
wijzerswoningen, uitgezonderd het onderhoud dat aan con
cierge en onderwijzers is opgedragen;