22 September 1888.
181
De heer Van Aken meende aanvankelijk zich niet in het
debat te mengenmaar naar aanleiding van het gesprokene
door den heer Smits moet hij verklaren, dat de bestrating
in deze gemeente beter is dan te 's Bosch. Het voordeel
van de wijze waarop hier gewerkt wordt zegt spreker
spreekt duidelijk uit het feit, dat de Hoogere Burgerschool
te 's Bosch f 2000 aan onderhoud kostte en hier maar
ƒ200. Spreker geeft nog eene korte beschouwing over de
wijze van werken bij aanbesteding en verklaart ten slotte,
dat hij het voorstel van den heer Marijnen niet steunen kan.
De heer Van Hal zal in het kort zijne opinie zeggen.
Hij wijst op het beteekenend verschil van gevoelen, dat be
staat in den boezem der bouwcommissie. Tegenover den
heer Marijnen, die eene practische specialiteit is, staat eene
theoretische specialiteit, die een diploma in het bouwvak
bezit en wiens advies derhalve ook van gewichtige be-
teekenis is. Spreker verklaart, dat hij méégaat met de
denkbeelden van den heer Backer.
Bij den waargenomen slechten toestand van wegen en
straten, is zegt spreker over het hoofd gezien, dat
er veel te doen was. Breda bevindt zich in een tijdperk
van ontwikkelingen billijk is het om eerst dan te oordeelen
als de toestand meer normaal zal zijn geworden. Niet
trekt spreker partij voor den architect, maar hem is niet
de schuld op te leggen, dat hij te weinig toezicht zou
houden. Als vroeger voor betere bestrating gezorgd was,
dan zou ook nu de toestand beter zijn, maar toch gelooft
spreker dat binnen een jaar of tien zich de wegen in den
gewenschten goeden toestand zullen bevinden. Voorts ver
klaart spreker, dat in de jongste vergadering der Provinciale
Staten van alle zijden geijverd is tegen openbare aanbe
steding der onderhoudswerkenengesteund door de 19
brieven van andere gemeentendie voor het meerendeel
eigen onderhoud aanbevelen, zal hij stemmen tegen het
voorstel van den heer Marijnen.
De heer Heijlaerts, de practische adviezen gehoord heb
bende, zooals van de heeren Smits en Van Mierlo, stelt in