182 22 Septemrer 1888. casu practijk boven theorie. Daarbij overweegt sprekerdat de architect geëcraseerd wordt door zijn werk, waarvan het gevolg is dat noodzakelijke herstellingen, waarvan hij enkele opnoemt, niet tijdig plaats hebben. De architect is overladen met bezigheden. Kan hij eenigszins van werk zaamheden ontlast worden, dan behoort dit te geschieden. Spreker verklaart dan ook dat hij het voorstel van den heer Marijnen ondersteunt. De heer Backer wenscht met een enkel woord den heer Van Mierlo te antwoorden, dat hij nooit bouwwerken heeft aanbesteed en zich daar altijd uitstekend bij bevonden heeft. Aan den heer Van Dam moet hij opmerkendat door storm en regen niet aan straten maar alleen aan gebouwen schade kan worden toegebracht, welke laatste spreker op het oog heeft gehad. Voor het onderhoud der bestrating schade men zich aan een gewonen straatmaker, waarin meer voor deel gelegen is, dan dat men dat onderhoud publiek aan bestede. Vervolgens brengt de voorzitter het voorstel van den heer Marijnen in stemming, waarvan de uitslag is, dat het verworpen wordt met 8 tegen 5 stemmen. Vóór het voorstel waren de heerenVan Mierlo, Marijnen, Smits, Heijlaerts en Van Dam. Daartegen de heeren: Van Aken, Van Hal, Backer, Guljé, Van Dongen, Rombouts, Vreede en de voorzitter. 2°. Adressen van G. van Veldhoven, P. F. C. Smits en mejuffr. de wed. L. G. Wagelmans, in koop verzoekende den grond gelegen achter het huis van mejuffr. Wagelmans. De voorzitter zegt, dat nu aan die adressen een kaartje is toegevoegden geeft in overweging, alvorens deze zaak in behandeling te nemen, eerst den grond op de plaats zelve te bezichtigen. Diensvolgens stelt de voorzitter voor, inmiddels de stukken ter visie te leggen voor de leden, waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 182