13 October 1888. 191 1 September 1891 vrijstelling wordt verleend van de ver plichting tot het oprichten eener burgerdagschool; met verzoek, voortaan de aanvrage om verlenging van boven bedoelde vrijstelling in te dienen twee maanden vóórdat de vroeger verleende vrijstelling verstreek. Wordt aangenomen voor kennisgeving. 11°. Twee besluiten van Gedeputeerde Staten voornoemd beide van den 4den October 1888, G, N°. 10/39, houdende goedkeuring van het primitief- en het eerste aanvullings kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1888, het eerste ten bedrage van ƒ59,685.30 en het tweede ad f 2,235.75. De voorzitter stelt voor deze besluiten aan te nemen voor kennisgeving en verder ter uitvoering te verzenden aan burgemeester en wethouderswaartoe besloten wordt. 12°. De voorzitter zegt, dat op de agenda vermeld is de behandeling der gemeente-begrooting voor den dienst van 1889, doch meent het voorstel te moeten doen dit punt aan te houden, waartoe besloten wordt. Verder brengt de voorzitter ter tafel: 13°. Missive van den heer schoolopziener in het district Breda, dato 10 October 1888, Ag. N°. 212, houdende bedenkingen, onder omstandige uiteenzetting der redenen, tegen de voorgenomen verhooging der schoolgelden aan de eerste openbare school voor m. u. 1. onderwijs alhier. De voorzitter stelt voordeze missive te stellen in handen der plaatselijke schoolcommissie. De heer Van Dam merkt opdat in die missive een ongevraagd advies gegeven wordt, waarop de voorzitter zegt, dat deze zaak nog niet aan de orde gesteld is. De heer Rombouts herinnert, dat dit onderwerp reeds afgehandeld is in de schoolcommissie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 191