3 November 1888. Tegenwoordig de heeren: Smits, Pels Rijcken, De Booy, Van Dongen, Klep, Backer, Marijnen, Guljé, Van Aken, Van Mierlo, Van DamNelissen, Rombodts, HeijlaerTs en De Man, voorzitter. Afwezig de heeren: Van Hal en Vreedë. De notulen van het verhandelde in de zitting van den 13den October 1888 worden na voorlezing goedgekeurd. De voorzitter stelt aan de orde A. Ingekomen stukken: 1°. Missive van Gedeputeerde Staten dezer provincie, dato 18 October 1888, G, N°. 1/50, geleidende het koninklijk besluit van den 5den October 1888, N°. 15, waarbij goed keuring wordt verleend aan de heffing van marktgeld nè, 31 December 1888, tot welk tijdstip het bestaande heffings- besluit van kracht is. Wordt, op voorstel des voorzittersbesloten, voor noemd besluit aan te nemen voor kennisgeving en verder ter uitvoering te verzenden aan burgemeester en wethouders. 2°. Besluit van den Heer Commissaris des Konings in deze provincie, dato 29 September 1888, A, N°. 10, Bij blad N°. 91houdende benoeming tot zetters voor 's Rijks belastingen alhier, in de plaats van hen, die op 31 Decern - 19

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 197