11 Februari 1888. 19 er zich zeven stemmen vóór en even zooveel tegen verklaarden, zoodat, ingevolge het tweede lid van artikel 50 der gemeentewet, hierover in eene vol gende vergadering een besluit zal worden genomen. 5°. Adres van den heer Dr. A. F. J. Ingen-Housz, van den 23sten Januari 1888, lid en voorzitter der plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs alhier, daarbij eervol ontslag verzoekende als lid dier commissie. De voorzitter stelt voor het gevraagd ontslag op de meest eervolle wijze en onder dankbetuiging voor de aan het onderwijs bewezen diensten te verleenen. Hiertoe wordt besloten. 6°. Adres van mejuffr. A. M. de Kroon, van den 16den Januari 1888, daarbij eervol ontslag verzoekende als onder wijzeres aan de kostelooze school in de Nieuwehuizen. Zij geeft daarbij het verzoek te kennen haar dit ontslag spoedig te willen verleenen, daar er gemakkelijk in de tijdelijke waarneming kan worden voorzien. De heer Rombouts merkt op, dat volgens de bestaande bepalingen het gevraagd ontslag drie maanden te voren moet gedaan worden. De voorzitter gelooft, dat adressante alhier reeds onder wijzeres was vóór die bepaling werd ingesteld. De heer Guljé zegt, dat dit kan worden onderzocht, doch er anders tegen het verleenen van het ontslag geen bezwaren bestaandewijl er alhier onderscheidene juffrouwen zijn die gaarne aan eene school onderwijs geven. De voorzitter stelt mitsdien voor het gevraagd ontslag eervol te verleenen en burgemeester en wethouders te mach tigen tot het doen eener oproeping van sollicitanten. Dit voorstel wordt aangenomen. 7°. a. Adres van den heer Mr. J. W. J. van Mierlo, kantonrechter alhier, daarbij, met overlegging van stukken, te kennen gevende, dat hij verzuimd heeft zijne aanslag-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 19