3 November 1888.
201
De commissie geeft te kennen, dat zij bij dat onderzoek
de ontvangsten en uitgaven der rekening in orde heeft
bevonden, en, behoudens enkele opmerkingen, voorstelt de
rekening goed te keuren.
Overwegende, dat geen der leden tegen de rekening
verder aanmerkingen heeft in het midden te brengenwordt
met algemeene stemmenmet uitzondering van burgemeester
en wethouders, die zich van medestemmen hebben onthouden,
besloten de rekening dezer gemeente over het dienstjaar
1887 voorloopig vast te stellen:
in ontvangst op. ƒ428087,915
uitgaaf 395500,54
Alzoo sluitende met een goed slot van 32587,375.
Tevens worden de staten van oninbare posten goedge
keurd, namelijk:
i. die van nog oninbare posten van den hoof-
delijken omslag over 1885 tot een bedrag van. 757,60
ii. een staat over 1886 tot een bedrag van
ƒ1278,85, dat alsnog te verhalen is.
in. oninbaar gebracht op de kohieren van den
hoofdelijken omslag over 1887, als:
a. van het primitief kohier (eerste staat) tot
een bedrag vany> 399,40
b. idem (tweede staat) tot een bedrag van. 1118,95
c. van het eerste aanvullingskohier tot een
bedrag van236,90
d. van het tweede aanvullingskohier tot een
bedrag van68,20
iv. van de belasting op de honden (primitief
kohier) tot een bedrag van272,50
v. die van de schoolgelden voor het lager
onderwijs tot een bedrag van. 212,60.