,20G 3 November 1888. Oudevest bevinden, nooit klachten vernomen heeft. Spreker voegt daaraan toe, dat als geen geschikte plaats voor de kermis te vinden is, zij zal moeten afgeschaft worden. De heer Rombouts omhelst het gevoelen van den heer Klep en acht het voorts beter, dat eene groote tent aan de Oudevest geplaatst worde en de draaimolens eene plaats bekomen, evenals vroeger, op het Kasteelplein. Blijven deze zegt spreker waar ze nu zijn, dan zou hij, met eerbiediging van anderer overtuiging, eerder de kermis wenschen af te schaffen dan ze bij dergerlijken toe stand te behouden. Hij misgunt den kinderen geen genoegen, maar hunne zedelijkheid mag niet in gevaar worden gebracht. Overigens herinnert hij, dat van de zijde van een ge sticht vroeger wel geklaagd is in eeDe plaatselijke courant. De voorzitter vraagt, of nog iemand der leden iets in het midden te brengen heeft. Dit niet het geval zijnde, sluit de voorzitter deze vergadering. De secretaris, A. R. VERMEULEN. De voorzitter, DE MAN.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 206