20
11 Februari 1888.
biljetten in de grondbelasting over 1887, van gronden
buiten deze gemeente gelegen, tijdig aan het gemeente
bestuur in te zenden, en om die reden niet op de kiezers
lijsten is geplaatst, waarop hij verzoekt hem alsnog te
doen plaatsen.
b. Een gelijk adres van den heer Dr. E. A. O. Was, leeraar
aan het Gymnasium alhier, met daartoe betrekkelijke bijlagen,
evenals bovengenoemde verzuimd hebbende zijne aanslag
biljetten in de Rijksbelasting van elders, dienst 18861887,
tijdig in te zenden, verzoekende alsnog, volgens de artikelen
ia, 2 en 8 der nieuwe kieswet, op de lijst der kiezers
voor leden van de Tweede Kamer te worden geplaatst.
Eenige leden waren er niet voor aan hun verlangen
toe te geven, te minder, daar er eene openbare oproeping tot
indiening der bescheiden was gedaan.
De heer Pels Rijcken meendedatzoo de adressen binnen
den wettelijken termijn waren ingediend, er volgens art. 11
der kieswet geen redenen bestonden om aan het verzoek
der adressanten niet te voldoen, waarom de heer Guljé
het voorstel doet hen alsnog toe te laten.
Wordt besloten adressanten alsnog op de kiezers
lijsten te plaatsen.
De heer Mr. J. H. van Mierlo stemde niet mede.
8°. Adres van bewoners der Nieuwe Prinsenkade, van
den 7den Februari 1888, daarbij verzoekende het terrein
vóór hunne woningen aldaar hetwelk steeds in een
slechten toestand verkeert en bij den minsten regen met
plassen water is bedekt, waardoor het onbegaanbaar wordt,
door ophooging en bestrating te verbeteren.
De voorzitter zegt, dat, bij het ontvangen van dit adres
bij het college van dagelijksch bestuur, den gemeente
architect is opgedragen hieromtrent een onderzoek in te
stellen en deswege voorstellen te doen.
De heer Guljé voegt hierbij, dat door het zakken van
de trottoirs en de trottoirbandende bewoners veel hinder
hebben van het water.