15 December 1888.
215
bij iederen betrokken post te zien aangeduid wat er voor
verricht wordt. Hij verklaart thans voor de allerlaatste
maal vóór dien post, zooals hij in de begrooting voorkomt,
te zullen stemmen.
De heer Marijnen noemt den post van vaste arbeiders
die vroeger niet bekend wasmisplaatst, en blijft verdeeling
der som over de verschillende posten als een eisch van goed
administratief beheer beschouwenwordt de post over
schreden, dan kan daarin voorzien worden door over
schrijving uit de onvoorziene uitgaven. Voor straten zegt
spreker is 2300 uitgetrokkenmaar daar komt dan nog
f1250 bij.
De heer Guljé licht dit laatste toe, en zegt, dat onder
die som alleen voor den weg naar Ginneken begrepen is
600.
De voorzitter wijst er op, dat in beginsel de arbeid niet
afgescheiden wordt van de leveringgetuigen de vele aan
bestedingen. Vroeger was de vorm van begrooting, waar
van de heer Marijnen mede gewaagd heeft, anders, en
zijne opmerking dienaangaande is volkomen juist zegt
sprekermaar nu is men gebonden aan de latere nieuwe
voorschriften van Gedeputeerde Staten, aan wier wil men
zich te onderwerpen heeft, wat ook gebleken is met het
onthouden der machtiging tot het uitgeven van gelden in
prolongatie, waardoor der gemeente jaarlijks een nadeel
berokkend wordt van 1500.
De heer Rombouts stelt voordat voor het vervolg eene
specificatie plaats hebbe der posten van onderhoud en het
blijke, wat verwerkt zal worden.
De voorzitter wijst op de toelichtingen dienaangaande van
den architect.
De heer Marijnen vraagt, wat gebleken is bij het nazien
der rekening? Er werden niets gevonden dan werkstaten.
Nu is de som wel uitgegeven, maar het blijkt niet, waar
aan zij verwerkt is.
De voorzitter verklaart, dat dit wel blijkt, hetgeen de
heer Van Aken bevestigt.