218
15 December 1888.
werk zal hebbenoverigens moet hij toegevendat al die
kleine kuiltjes niet kunnen opgemeten worden.
De voorzitter gelooft wel, dat er steeds werk voor een
strater zal zijn, maar de aannemer kan een strater nemen.
Als de waterleiding komt zegt spreker, ten gevolge
waarvan de straten dikwijls zullen worden opgebroken, dan
zal het beste per meter gewerkt worden.
De heer Guljé verzekert, dat de architect, naar zijne
verklaring, de opmeting goed kan doen.
De heer Marijnen stelt voor een vasten strater aan te
stellen.
Dit voorstel, in stemming gebracht zijnde, wordt ver
worpen met 13 tegen 3 stemmen.
Daarvóór waren de heeren BackerMarijnen en Heijlaerts.
Daartégen de heeren Smits, Pels Rijcken, De Booy,
Van Dongen, Klep, Van Hal, Guljé, Van Aken, Vreede,
NelissenVan DamRombouts en de voorzitter.
Artikel 3 e. (Pompen.)
In 't rapport wordt verlangd aanbesteding van het onder
houd der stadspompen voor één jaar, waarop in de Memorie
van beantwoording wordt aangeteekenddat die aanbe
steding vroeger beproefd is, maar met geen gunstig gevolg.
De heer Marijnen verklaart zich vóór de aanbesteding
van bedoeld onderhoudomdat dan de aannemer te zorgen
heeft dat de toestand goed is, welke nu te wenschen
overlaat.
De voorzitter is het niet eens met den heer Marijnen en
verzoekt stemming, of het onderhoud van pompen al dan
niet zal worden aanbesteed.
De uitslag daarvan isdat zich tegen aanbestediug ver
klaren de heeren: Smits, Pels Rijcken, De Booy, Van
Dongen, Van Hal, Backer, Guljé, Van Aken, Vreede,
Nelissen, Van Dam, Heijlaerts en de voorzitter;
en er vóór de heeren: Klep, Marijnen en Rombouts.
Wordt teruggegaan tot Art. la. (Kunstwegen, enz.)