224
15 December 1888.
deelen, dat in Middelburg en Goes de kohieren gedrukt
worden en op openbare plaatsen ter inzage liggen.
De heer De Booy wenscht de zienswijze van den heer
Rombouts niette beoordeelen, maar naar zijne meening
kleeft niets geheimzinnigs aan de besproken kohieren
wier bekendmaking aan de raadsleden hun ter verificatie
kan strekken.
De voorzitter wenscht zich op dit punt onzijdig te houden.
De heer Pels Rijcken steunt het gevoelen van den heer
Nelissen.
De voorzitter brengt daarop dit punt in stemming,
waarvan de uitslag is, dat het wordt aangenomen
met 13 tegen 3 stemmen.
Vóór waren de heeren: Smits, Pels Rijcken, De Booy,
Van Dongen, Klep, Backer, Marijnen, Guljé, Van Aken,
Vreede, Nelissen, Van Dam en Heijlaerts.
Tegen de heerenVan HalRombouts en de voorzitter.
Hoofdstuk II, Afd. Ill, Art. 1. (Belasting op de honden.)
In 't rapport wordt verlangd dezen post met 200 te
verhoogen en het toezicht te verscherpen. In de Memorie
van beantwoording wordt daarop aangeteekenddat het
toezicht scherp genoeg is en dit zelfs wel eens tot opmer
kingen heeft aanleiding gegeven.
De voorzitter geeft de verzekering, dat op de honden
belasting goed het oog wordt gehouden, waarmede de raad
genoegen neemt en mitsdien bedoeld artikel onveranderd
behoudt.
Ten aanzien van Art. 2 (Belasting op tooneelvertooningen)
brengt de heer Rombouts in het midden, dat die post zal
moeten geschrapt wordenals zijnde het ontwerp tot heffing
dier belasting nog niet aangenomen.
De voorzitter zegt, dat dit ontwerp gecirculeerd heeft en
ter behandeling gereed is.
De heer De Booy wenscht te spreken over Afd. IV Art. 3 a
(Opbrengsten van staanplaatsen op markten), en vraagt, hoe