22 December 1888. Tegenwoordig de heerenVan Aken, De Booy, Van Hal, Guljé, Marijnen, Klep, Smits, Rombouts Nelis- sen, Van Mierlo, Vreede, Reijlaerts, Backer, Van Dongen, Van Dam en De Man, voorzitter. Afwezig de lieer Pels Rijcken. De voorzitter verzoekt den secretaris voor te lezen de notulen der vergadering van den 15den December 1888. Nadat hieraan voldaan is, vraagt de voorzitter of ook aanmerkingen zijn op de voorgelezen notulen. De heer Rombouts verzoekt daarin vermelding van zijn beweren, dat in de begrooting de gewone uitgaven de ge wone ontvangsten overtreffen, welke vermelding echter blijkt reeds in de notulen te zijn opgenomen. Voorts merkt hij op, dat bij den post »vaste gemeente-arbeiders" ge stemd is over het artikel, en niet over een voorstel tot ver daging van zijn voorstel betreffende specificatie voor het vervolg der posten van onderhoud, dat hij te voren had inge trokken. De raad keurt deze wijziging goed. De heer De Booy meent, dat de heer Marijnen gezegd heeft, dat de architect nimmer het werk aan de straten heeft topgemeten waarop de heer Marijnen te kennen geeft, dat door hem de naam van den architect niet genoemd is. Dientengevolge verklaart de heer De Booy, dat hij niet op de inlassching in de notulen der door hem aangeduide 22

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 231