240 22 December 1888. De voorzitter stelt uitdrukkelijk in liet licht, dat hij alleen zijne persoonlijke zienswijze heeft te kennen gegeven met het oog op den hoogen leeftijd der adressante en de goede diensten door haar bewezenmaar dat hij ieder lid wenscht, vrij te laten in zijne meening. De heer Rombouts wenscht gaarne de toewijding te waar- deeren door mej. Sass als stadsvroedvrouw aan den dag gelegd, maar heeft bezwaar tegen de toekenning van het volle traktement als jaarlijksche toelage. Hij stelt mitsdien voor aan mej. Sass te verleenen 2/3 gedeelten van hare jaarwedde, namelijk ƒ200 per jaar. De heer De Booy brengt in herinnering, dat op een verzoekschrift der andere vroedvrouw, mej. Brugs, inder tijd afwijzend is beschikt, niettegenstaande het bleek, dat zij een uitgebreider werkkring had dan mej. Sass. In ver band hiermede en met het oog op de te verleenen toelage, wenscht spreker te vernemenof mej. Sass ook nog par ticuliere praktijk zal blijven uitoefenen. De voorzitter meent den vorigen spreker te moeten wijzen op den verschillenden aard van beider verzoekonder bij voeging, dat niet uit het oog moet verloren worden, dat mej. Sass is 80 jaren oud. Alsnu brengt de voorzitter in stemming het voor stel van den heer Rombouts, dat met algemeene stemmen wordt aangenomen. Te voren was aan mej. de weduwe Sass eervol ontslag toegekend als stads-vroedvrouw alhier, in te gaan 1 Januari 1889, onder dankbetuiging voor de in hare genoemde be trekking aan de gemeente bewezen diensten. 3°. Adres van den heer C. F. Heitz, dato 26 Novem-, ber 1888, houdende verzoek om, ten gevolge zijner be noeming, tot Directeur van het Instituut »Van Kinsbergen te Elburg, ontslagen te worden als onderwijzer aan de eerste openbare school alhier, en hem dit ontslag wel te willen verleenen tegen 31 December 1888.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 240