3 Maart 1888.
Tegenwoordig de heeren: Marijnen, Van Haim Van
Dongen, De Booy, Pels Rijcken, Smits, Rombouts,Van
Dam, Van Mierlo, Guljé, Backer, Klep, Heijlaerts,
Vreede, Nelissen en Van Aken.
Afwezig, door ongesteldheid, de lieer Mr. De Man, burge
meester.
De heer Van Aken, oudste wethouder, neemt het presi
dium waar.
De functie van secretaris wordt door den eersten commies
ter secretarie J. G. Blaeser vervuld.
De notulen der vorige vergadering, 13 Februari 1888,
worden na voorlezing goedgekeurd en gearresteerd.
De heer Vreede, niet ten raadhuize aanwezig zijnde, kan
diens installatie nog niet plaats hebben, waarom de voor
zitter voorstelt met de behandeling der ingekomen stukken
een aanvang te maken.
Hiertoe wordt besloten.
Alsnu wordt door den voorzitter aan de orde gesteld
A. 1°. Missive van den Minister van Waterstaat, Handel
en Nijverheid, van den 17den Februari 1888, N°. 39,
Afdeeling Waterstaat, B, in antwoord op de missive van
den 6den Januari jl.N°. 23, en met terugzending van
het daarbij overgelegd adres, mededeelendedat aan het
maken van eene voetbrug, met het oog op het vervoeren
van goederen naar de goederenloods, slechts weinig waarde
kan worden toegekend, en dat uit dien hoofde voorshands
4