3-2 3 Maakt '1888. te kotnen wordt voorgesteld aan de Hoogere Burgerschool te verbinden een persoon die tijdelijk, totdat definitief een opvolger zal zijn benoemdde lessen van den heer Bosscha zou kunnen overnemen, waartoe zich o. a. reeds heeft aan geboden de heer Dr. A. F. Holleman, thans adsistent in het scheikundig laboratorium der Universiteit te Amsterdam. De commissie stelt voor a. Zoodra mogelijk eene oproeping te doen voor een leeraar in de scheikunde en de natuurlijke historie aan de scholen voor hooger- en middelbaar onderwijs alhier, op de bestaande jaarwedde van j 2600. b. In afwachting van de benoeming van een definitieven leeraar in bovengenoemde vakken, al dadelijk onder goedkeuring van de betrokken inspecteurs voorloopig in de lessen te doen voorzien door eene tijdelijke aanstelling van den heer Holleman bovengenoemd. c. Aan den heer Bosscha eervol ontslag te verleenen zoodra de heer Holleman zich ter beschikking zal hebben gesteld. Ten gevolge hiervan wordt door den voorzitter voorge steld a. dat burgemeester en wethouders door den raad wor den gemachtigd, ter vervanging van den heer Bosscha, eene oproeping te doen van een leeraar in de scheikunde en de natuurlijke historie, op de bestaande jaarwedde van 2600; b. den heer Holleman voornoemd uit te noodigen, om de lessen van den heer Bosscha tijdelijk te willen waarnemen; c. aan den heer Dr. J. Bosscha Jr. een eervol ontslag te verleenen, zooals de commissie heeft voorgesteld. Wordt besloten deze drie voorstellen aan te nemen. Op verzoek van den heer Pels Rijcken wordt voorlezing gedaan van het ingekomen antwoord der heeren inspecteurs van het middelbaar onderwijs en der Gymnasia. Beiden heb ben geen bedenkingen tegen het te verleenen eervol ontslag aan Dr. Bosscha, tegen 1 April aanstaande.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 32