3 Maart 1888.
33
De heer Pels Rijcken zegt, dat alsnu aan den vorm is
voldaan.
9°. Missive van den heer J. Schotelingenieur te Rotter
dam van den 25sten Februari 1888waarin is opgenomen
een schrijven van den burgemeester van Teteringen van
den 23sten dier maand, houdende dat omtrent den verkoop
van terrein voor de prise d'eau der Bredasche waterleiding
nog geen bepaald besluit is genomenwèl om de gronden
daartoe bestemd te doen schatten, doch dat de daarmede
belast geweest zijnde wethouder ziek geworden en onlangs is
overleden, waardoor de zaak is vertraagd. Het besluit tot
schatting der gronden hield niet in, dat tot verkoop werd
besloten.
De voorzitter zegt, dat alsnu moet worden gewacht tot
de schatting is afgeloopen, en vraagt of de commissie niet
meer bestaat.
De heer Van Mierlo antwoordt, dat deze heeft gedefun-
geerd toen de heer Schotel zijne werkzaamheden heeft aan
gevangen.
De heer Pels Rijcken stelt voor om, tot bespoediging der
zaakopnieuw eene commissie te benoemen.
Hierover heeft tusschen eenige leden eene bespreking
plaats, zoo ook over het terrein dat vroeger der commissie
voor de prise d'eau was aangewezen, doch hetwelk door
den ingenieur niet was genomen, en deze de voorkeur gaf
uan dat nabij het schietterreinwaarvan de uitslag bekend is.
Ten slotte wordt de vroegere commissie uitgenoodigd de
taak weder op zich te nemen, hetwelk wordt aangenomen,
en wordt zij op algemeen verlangen nog vermeerderd met
een lid van het dagelijksch bestuur, den heer Guljé, als
voorzitter, zoodat de commissie thans bestaat uit de
heeren Gulje, Mr. Van Mierlo, Mr. Pels Rijcken, Backer en
Nelissenwaaraan als adviseurs worden toegevoegd de
heeren Dr. J. J. Neurdenburg, directeur der gasfabriek, en
G. Lamers, gemeente-architect.
10°. Missive der commissie van beheer der Bank