48 *17 Maart 1888. deze vraag, omdat hij vernomen heeft, dat het Rijk gezegd gebouw inricht voor wapenkamer of kleedingmagazijn. De heer Guljéden vorigen spreker beantwoordendezegt dat het door dezen bedoelde huis oorspronkelijk was laken hal later ingericht is tot vleeschhaldaarna tot tuchthuis en het laatst tot huis van arrest. Wie de eigenaar van het huis is, het Rijk of de gemeente, dit maakt een punt van onderzoek uit, en spreker heeft niet alleen in zijne hoedanigheid van wethouder, maar ook als secretaris der commissie van toezicht over de gevangenis, een onderzoek omtrent deze zaak ingesteld, waarvan het rapport met afschriften van stukken in der tijd aan den Minister zijn ingezonden. De door het Rijk uit te voeren veranderingen aan het gebouw hebben er toe geleid den Minister te wijzen op de door de commissie der gevangenis vroeger ingezonden stukken omtrent het eigendomsrecht van het gebouw, op welk schrijven, reeds eenige weken geleden gedaan nog geen bericht is ingekomen. b. De tweede vraag betreft de redenen te mogen weten, waarom aan het raadsbesluit tot verkoop van het huis in de Eindstraat, vroeger tot teekenschool gediend hebbende, nog geen uitvoering is gegeven, als zijnde dit zeer ten nadeele van de financiën der gemeente. De voorzitter, den spreker beantwoordende, zegt, dat dit aan verschillende oorzaken is te wijtendat de voorwaarden van verkoop door den gemeente-architect thans in gereedheid worden gebracht en de verkoop spoedig zal kunnen plaats hebben. De heer De Booy zegt dank voor de hem gegeven inlichtingen. 5°. De voorzitter wenschte gaarne van den raad te vernemen of hij besluiten kan toestemming te geven voor de aanbesteding van de tusschenschool bij de Boschstraat, en wijst op de noodzakelijkheid daarvan, doordien er op 't oogenblik 500 kinderen rondloopen die van onderwijs ver stoken zijn, door het groot gebrek aan ruimte, dat op andere scholen bestaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 48