17 Maart 1888. 49 De lieer Guljé herinnert, dat de raad indertijd zijne goedkeuring aan de oprichting dezer school heeft gehecht. De heeren Rombouts, Van Mierloen Smits voeren hierover nog het woord, waarbij de meening wordt uitgesproken, dat nog geen besluit is genomen bij 't welk het plan der te bouwen school is goedgekeurd. De voorzitter stelt voor de beslissing hierover tot eene volgende vergadering aan te houden. Hiertoe wordt besloten. 6°. De voorzitter stelt voor om de twee boomen, staande nevens het huis van den heer F. Smits, aan de Boschstraat alhier, waarvan een aan den voet reeds ingekankerd is, te doen verkoopen en rooien. Volgens advies van den gemeente-architect hebben zij nu nog eenige waarde. De heer Van Hal deelt mede, dat eenige boomen, staande aan de oostzijde der Haven, gevaar voor de publieke veilig heid opleveren; dat zulks met het snoeien dier boomen is gebleken,en geeft, op advies van een deskundige, aan wiens opinie hij groote waarde hecht, in overweging, om die boomen om den anderen te doen rooien, waardoor de kracht van de overblijvenden zeer zou toenemen. De voorzitter, van dezen wenk gaarne akte nemende, vraagt of de raad besluiten kan de twee door hem be doelde boomen te doen rooien. De heer De Booy spreekt het wenschelijke uit, dat, even als de boomenook het vooruitspringend gebouw kon worden opgeruimd. Hiermede stemt de voorzitter in en vraagt nogmaals of de raad tot den verkoop der bedoelde boomen kan besluiten. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Waarna de vergadering is gescheiden. De secretaris, BLAESER, l.-s. De voorzitter, VAN AKEN, l.-b.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 49