60 7 April 1888. De heer Vreede wenscht, in verband met het gesprokene van zoo evenin overweging te geven het plan te verzenden aan burgemeester en wethouders, opdat deze de bouwcom missie kan raadplegen of er tegen vergrooting der school met twee afdeelingen bezwaar zou bestaan en of daarvoor terrein genoeg aanwezig is. Blijkt dit werkelijk het geval te zijn, dan is geen nieuw plan noodig en wordt aan den wensch van den heer Rombouts te gemoet gekomen. De heer Van Mierlo, hierop antwoordende, zegt, dat de bouwcommissie haar oordeel alleen over de inrichting dei- school uitspreekt, en geeft in overweging het plan naar de schoolcommissie te zenden en hare zienswijze te vragen. De heer Pels Rijcken geeft den heer Rombouts in over weging in dien geest zijn voorstel te wijzigen. De heer Rombouts acht zich geen deskundige genoeg om over het plan een oordeel uit te spreken, en wil zich neer leggen bij hetgeen de heer Pels Rijcken in overweging geeft, nl. het plan te renvoyeeren aan burgemeester en wethouders. De heer Van Hal komt tegen het bouwen eener al te groote school op, wijst op het ongerief voor de bewoners der buurt en wil liever ook in het belang der kinderen, die uit alle straten van de stad komen, met eenige meerdere kosten eene school op een ander gedeelte der gemeente plaatsen, en is tegen het bouwen eener school met ver dieping er op. De Voorzitter vraagt of de raad zich met het voorstel kan vereenigen, om het plan te renvoyeeren aan burgemeester en wethouders en de schoolcommissie te hooren. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Waarna de vergadering is gescheiden. De secretaris, BLAESER, l.-s. De voorzitter, VAN AKEN, l.-b.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1888 | | pagina 60